Tijd

Seconden werden minuten, minuten werden uren, uren werden dagen, dagen werden maanden,
en maanden werden jaren.

Vreemd, hoe snel de tijd kon gaan, de tijd vloog,
 je wilde iets doen op het ene moment, terwijl het andere moment al was aangebroken,
en een moment later alweer voorbij was.

Je gedachten liepen voor je uit, tijd rende er achter aan,
alsmaar sneller en sneller.

Je viel stil in tijd, een tel werden twee tellen,
twee tellen werden vier, en zo maar door.

Voorbij vlogen de momenten, de prachtige momenten een moment niet opgelet en het was vervlogen,
de slechte momenten gingen traag,
de goede snel,
om te verdwijnen in het niets.

Verloren tijd kun je niet terug vinden,
al wil je het zo graag.

De tijd stal zijn eigen tijd, om het te geven aan de verloren tijd, er is geen balans want tijd blijf tijd.

De tijd tikt als een klok, de tijd tikt als een bom,
de tijd tikt en tikt en tikt, tikt tot aan het einde.

Aan het einde tikt de tijd niet meer,
de tikken zijn gestorven,
Waarheen is de tijd gevlogen,
 waarheen?, waarheen?

De stilte is gekomen, de tikken zijn niet meer,
de tijd heeft met een buiging
de eeuwigheid begroet.

De eeuwigheid is stiller dan stil,
langzaam kwam het aangeslopen,
en is toen stil voorbij gekropen.

De stilte is gevallen,
 geen blad ruist nog aan de boom.
 ik hoop dat ik gedroomd heb,
En nog tijd genoeg heb.

IKKE