Mijn opa de vader van mijn moeder had samen met mijn oma een boerderij in de Veltmaat.
En dat was hard werken ze hadden ook nog wat varkens en een paard, het paard(en) werd later vervangen voor een tractor.
Mijn opa ploeterde van de vroege morgen tot in de late avond, na het eten (lunch) zette hij twee stoelen tegenover elkaar, zittend op de ene en de benen op de andere begon hij aan zijn powernap.
Maar niet voordat hij de pet over zijn ogen had getrokken, die pet had hij altijd op behalve s’nachts natuurlijk!
Als kind was ik vaak te vinden op de boerderij en als kind hielp je al op jonge leeftijd mee met van alles en nog wat!
Kan me nog herinneren dat ik mee ging om aardappels te rooien, knollen te oogsten de knollen werden met de hand uit de grond getrokken ook al vroor het min tien, en dan was er nog het melken, voeren en noem maar op kou of geen kou.
Ik kan me de kou nog goed herinneren je zat dan ook nog op zo’n open wagen met je mutsje en je handschoentjes aan, nou de knollen waren vochtig en je handschoentjes binnen no time ook en geloof me, het was niet koud het was extreem koud!
Ik heb alleen maar goede herinneringen aan mijn opa en het leven op de boerderij, altijd buiten en altijd tussen de dieren en elke dag maakte je weer wat anders want saai was het boerenleven zeker niet!
Van klein boertje heeft mij opa zich opgewerkt tot een redelijke boer met heel wat koeien, de varkens zijn later verdwenen.
Mijn opa was ook nog huisslachter en verdiende zo ook nog een zakcentje extra, vroeger waren ze niet vies van hard werken maar je moest ook wel want alles gebeurde met de hand en met paard en wagen, moderne grote machines waren er toen nog niet
Mijn opa, de vader van mijn moeder was samen met mijn oma de spil van een boerderij dat maar een paar kilometer van de dorpskern van de Veldmaat stond. Het boerenleven was zwaar maar ook vol voldoening.
Ze hielden koeien, varkens en hadden een paard dat later werd vervangen door een tractor.
En dat was een grote stap vooruit. Opa was een man die van de vroege ochtend tot in late avond in de weer was, altijd bezig op het land of tussen de dieren. Op en rond het erf scharrelde kippen, er was een erfhond en een paar katten.
Na de lunch gunde hij zichzelf een korte pauze er werden twee stoelen tegenover elkaar gezet, benen omhoog, de pet over zijn ogen.
Die pet hoorde bij hem als een tweede huid, alleen ’s nachts lag deze naast zijn bed.
Als kind was ik vaak op de boerderij. Je leerde al jong om de handen uit de mouwen te steken. Ik herinner me nog goed hoe we samen aardappels rooiden en knollen uit de bevroren grond trokken, zelfs als het min tien was. De kou sneed door je handschoenen, je muts trok je diep over je oren, maar klagen deed niemand. Daarna gingen we hooien, melken, voeren – elke dag bracht weer nieuwe taken en avonturen. Op de open wagen, tussen de dieren, voelde ik me vrij en gelukkig.
De boerderij was een plek waar altijd iets gebeurde. Soms kwam er familie langs om te helpen, of buren die even bijpraatten aan de keukentafel. Mijn opa was niet alleen boer, maar ook huisslachter. In de wintermaanden slachtte hij bij mensen thuis, wat hem een extra zakcentje opleverde. Het was een tijd waarin hard werken vanzelfsprekend was; alles gebeurde met de hand, met paard en wagen, en later pas met machines.
Opa was trots op wat hij had opgebouwd. Van een klein boertje groeide hij uit tot een gerespecteerde boer met een mooie veestapel. De varkens verdwenen uiteindelijk, maar de koeien bleven. De boerderij was zijn leven, en dat van de familie. Voor mij was het een plek vol warmte, avontuur en mooie herinneringen. Buiten spelen, tussen de dieren, elke dag iets nieuws beleven – het boerenleven was allesbehalve saai.
Nu, als ik terugdenk aan die tijd, voel ik vooral dankbaarheid. Voor de lessen in doorzetten, voor de liefde voor de natuur, en voor de onvergetelijke momenten met mijn opa. Zijn pet, zijn kracht, zijn humor –
IKKE
